Koolschaaf
Openluchtmuseum Het Hoogeland
O ja, de koolschaaf! Daar heb ik nog mee gewerkt. Ja zeker! Witte kool werd ermee geschaafd. Die kwam bij ons uit eigen tuin.
O ja, de koolschaaf! Daar heb ik nog mee gewerkt. Ja zeker! Witte kool werd ermee geschaafd. Die kwam bij ons uit eigen tuin. Tegen de winter werd dat ingemaakt. Dat werd dan zuurkool. Ja, mijn moeder deed dat.
Onder de schaaf kwam een tobbe of een teil te staan. Daar kwam de geraspte kool dan in. Daarna kwam de kool in laagjes in zo’n stenen pot, een Keulse pot. Tussen de laagjes kool werd zout gestrooid. Er kwam een doek overheen, met een plankje en een steen erop. Dan moest die doek elke week even uitgespoeld worden. Want er kwam pekel op die doek te staan.
De kool kwam rauw in de potten. Die potten stonden in de kelder. Ja, bijna iedereen had een kelder. Voordat het eetbaar was, dat duurde niet zo lang. En dan haalde je er iedere keer een handjevol kool eruit, als je ’t wilde eten.