Terug naar overzicht
Petroleumstel

Petroleumstel

Openluchtmuseum Het Hoogeland

Ach, die petroleumstellen….. Je had twee-, driepits en zelfs vierpits. En éénpits, hele kleintjes.

Ria van Leeuwen-van der Linden, 86 jaar, geboren in Amsterdam

Ach, die petroleumstellen….. Je had twee-, driepits en zelfs vierpits. En éénpits, hele kleintjes. Het had een draaitolletje, waarmee je het pitje omhoog en omlaag kon draaien. Het pitje hing aan de onderkant in de olie. In en na de oorlog kon je voor vijf cent een liter petroleum krijgen.

Dat pitje bestond uit dubbel katoen met doorgestikte rooie draadjes. IJzersterk. Je kon ze kopen bij zo’n ouderwetse drogist. Per centimeter breed, twee centimeter en per drie of vier centimeter breed. Dat waren de breedste. Nou, dan kocht je het bij een halve meter. Of tien centimeter als je het erg krap had. Je deed er natuurlijk wel een tijdje mee.

Bovenin het petroleumstel zit een soort ijzeren kroontje. In dat kroontje zit een gleufje, daar ging het pitje dan in. Je draaide het naar beneden met het draaitolletje. Dan moest je kijken of die pit keurig laag was. Want anders ging het walmen als je hem aandeed, dat gebeurde heel veel bij de mensen. Dan hadden ze de walm in de keuken. En werden de keuken en het plafond roetzwart! Waren ze vergeten hem laag te draaien.

Die grote petroleumstellen, daar kon je echt wel een pan soep op koken. Of ze lieten er heel zachtjes spek op gaar worden. Dan maakten ze kruudmoes, met krenten erdoor. Of hete bliksem. Dat was stamppot van aardappelen met appeltjes. Die appeltjes droogden ze in het najaar en dan werden ze gebruikt in de winter. Dat stond dan uren op het petroleumstel.