ZK-4 'De Vooruitgang'
Visserijmuseum Zoutkamp
Het is een fantastisch schip! Mijn vader was één van de eersten met een motorboot. Hij heeft zelf de motor erin gemonteerd.
Mijn opa had een beurtzaak. Van Leeuwarden en Sneek naar Beetsterzwaag. En andersom. Beurtvaart, dat is dat je goederen verscheept. De goederen werden geladen bij de fabrieken en bedrijven en werden dan dus naar de klanten gebracht.
Producten van de zuivelfabriek gingen met de boot naar Leeuwarden en Sneek. Je laadde ook fourage. En bakkersmeel, bij Koopmans meelfabrieken. Dat werd geladen in Leeuwarden en werd uitgevent bij de bakkers en de klanten in andere plaatsen. Het beurtschip had ook kaasstellingen. Die werden dan met de boerenwagen of de melkwagen geladen in Oldeterp.
Naaimachines van de boerinnen gingen mee met het beurtschip naar Van Keulen in Leeuwaren. Daar werden ze nagekeken en gemaakt. En dan gingen ze weer terug. Mantels van boerinnen die vermaakt of aangepast moesten worden, werden met de beurtdienst doorgestuurd naar de stad. En gingen daarna weer terug met het schip naar Beetsterzwaag. Zo ging dat.
De beurtdienst van Beetsterzwaag op Leeuwarden en Sneek is begonnen in 1831, eerst met een skûtsje. Toen grootvader ziek werd, is tegen mijn vader gezegd: nou moet jij de beurtzaak maar overnemen. Toen heeft hij een voorwaarde gesteld: dan wil ik wel met een motorboot varen. En zodoende is de Vooruitgang er gekomen, wat nu de ZK4 Albatros is. De Vooruitgang is gereed gekomen in 1921.
Het is een fantastisch schip! Mijn vader was één van de eersten met een motorboot. Hij heeft zelf de motor erin gemonteerd, hij was machinist. Hij nam de beurtzaak over maar kon er niet tegen van huis te zijn. Hij had ook veel heimwee.
In de zomer was het niet zo druk. Dan verhuurde hij het schip. Er werden bedden in het ruim gemaakt en met een groep studenten gingen ze dan een weekje varen. Ik denk dat mijn vader het eerste scheepje had dat een cruiseschip werd, zeg ik wel eens voor de gek…
Deze foto van het schip is gemaakt in Nijbeets. En het aardige is: waar op die foto de boot ligt, dat kanaal hadden ze afgesloten maar het is nu weer opengesteld. Het kanaal van de Veenhoop-Hooidammen naar Uilesprong.
Het laatste stuk tot het haventje van Beetsterzwaag moest altijd achteruit gevaren worden. Daar was de mogelijkheid om te draaien. Vader had een knecht en die stapte in Terwispel van het schip af, want die woonde daar. Dan moest mijn vader alléén dat schip achteruit naar het haventje varen. Midden in de nacht, want in de oorlog voeren ze ’s nachts. Met een veel te lichte motor als hij beladen was. Dan sloeg de schroef weer in de wal dus moest hij daar snel weer heen, van voren naar achteren over het schip rennen! Een heel spektakel.
In de winter moest het ijs gebroken worden. De laadmast kwam naar de zijkant van het schip en je moest mensen optrommelen om te helpen. Zo probeerde je dat schip door het ijs te krijgen. Nou, dan kwamen wij op school en dan waren de kinderen hartstikke kwaad op ons! Want dan was het ijs kapot en konden zij niet schaatsen.
De beurtvaart is verminderd toen de grossiers een eigen wagen kregen om de klanten te bedienen. Het schip heeft gevaren tot 1937. Maar in de oorlog hebben de Duitsers de auto’s gevorderd en toen zijn ze dus weer op de boot terug gevallen. Tot 1946 hebben ze nog doorgevaren. Toen kregen ze een oude Canadese militaire auto toegewezen en is het bedrijf weer met de auto verder gegaan. Wij hebben het weer overgenomen van mijn vader en zijn met auto’s verder gegaan.